Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 44 Termijnstelling van boete
1
Een boete wordt opgelegd binnen een jaar nadat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de jonggehandicapte of zijn wettelijke vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 41, vierde lid, in de gelegenheid heeft gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Indien ter zake aangifte is gedaan of proces-verbaal is opgemaakt en ingezonden vangt het tijdvak van een jaar aan op de dag na die waarop het openbaar ministerie aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft meegedeeld dat geen strafvervolging wordt ingesteld.
2
Een boete wordt in elk geval niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de desbetreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.